CLOSECYCLE richt zich op gemeenschappelijke uitdagingen in de consumptie-intensieve Noordzee-regio (Noordzee regio), waaronder uitputting van hulpbronnen, de overgang naar hernieuwbare energie en bio-economie, en de noodzaak van verandering van landgebruik. Er wordt een transnationale aanpak toegepast, gebaseerd op wereldwijde kennis en regionale samenwerking, aangezien deze uitdagingen grenzen overschrijden.
Het project met 18 publieke, private en academische partners uit 6 Noordzee regio-landen streeft naar een efficiënter gebruik van lokale bioresiduen door middel van een netwerk van geschikte procescascades, waarbij producten voor lokale markten worden gecreëerd. Deze uitdaging naar Territoriale Bioraffinagenetwerken (TBN's) wordt gezamenlijk aangepakt.
Het CLOSECYCLE team heeft uitgebreide kennis en ervaring om duurzame gebruiksmogelijkheden te bieden voor lokale residubronnen, innovatieve technieken te demonstreren en de weg te effenen voor de implementatie van TBN's.
Het project zal het volgende opleveren:
- Een digitaal pakket om het beheer van lokale bioresources te verbeteren
- Een actieplan voor procescascades om producten op basis van residuen te genereren
- Een algemene TBN-strategie en conceptvoorbeelden
- Showcases van best practices in verschillende sectoren, waaronder gemeenten en boerderijen, natuurbehoud, boomkwekerijen, appelketens, kassen en voedselgewassen.
De nieuwigheid van het project is de allesomvattende aanpak, waarbij actoren op het platteland en in de stad met elkaar in contact worden gebracht via biologische bronnen, processen en producten met sociaaleconomische en milieuvoordelen.
CLOSECYCLE pakt de uitdagingen gezamenlijk aan met de hulp van 26 supporters met verschillende achtergronden. Het team kan ook voortbouwen op zijn ervaringen in internationale projecten zoals SOILCOM. Belanghebbenden uit landelijke en stedelijke regio's, waaronder bedrijven, organisaties, onderwijsinstellingen en overheden zullen hiervan profiteren.
De verwachte verandering is dat het grote potentieel van lokale biologische hulpbronnen efficiënter wordt gebruikt en dat de overgang naar een groene Noordzee regio, gebaseerd op internationale kennis aangepast voor regionaal gebruik, wordt versneld en als blauwdruk voor andere regio's kan dienen.