De populatie van zowel wilde bijen als honingbijen gaat sterk achteruit. Vlaanderen en Nederland staan op de rand van een bestuivingscrisis met mogelijk grote ecologische en economische gevolgen. De teelt van appels en peren is erg afhankelijk van bestuiving. In het Hageland en in Haspengouw in Vlaanderen, en in Nederlands Limburg en Zeeland is dit een belangrijke economische sector.
'Meer natuur voor pittig fruit’ stimuleert fruittelers om de zekerheid op een goede bestuiving te vergroten door naast honingbijen ook wilde bijen aan te trekken. Door het plaatsen van specifieke nestblokken in de gaarden, die bewezen hebben geschikt te zijn, worden voornamelijk metselbijen aangetrokken die op niveau van de boomgaard een stabiele populatie kunnen opbouwen. Er dient daartoe bijkomend op bedrijfsniveau een bloeiboog te worden gecreëerd: er dient ook voor en na de bloesem voldoende nectar en stuifmeel aanwezig te zijn. Daartoe worden o.m. bloemrijke heggen en struiken aangeplant waar mogelijk, en wordt het maaibeheer geëxtensiveerd. Dit biedt meteen kansen voor andere bestuivende insecten en natuurlijke plaagbestrijders (roofwantsen...) waardoor de teler nog voorzichtiger dient te zijn met pesticideninzet, en er ook minder nood aan is. Binnen dit project worden de telers eveneens gestimuleerd om voor andere nuttige soorten zoals vleermuizen, steenuilen, torenvalken, eikelmuizen en marterachtigen concrete maatregelen te realiseren: deze soorten zijn nuttig voor bestrijding van o.m. woelmuizen en schadelijke wantsen.
Ook de directe omgeving van de boomgaarden is mee bepalend voor de aantallen, en aantal soorten wilde bijen die de boomgaarden bezoeken: voornamelijk in wegbermen en tuinen is nog veel 'winst' te realiseren inzake stuifmeel- en nectarvoorziening. Daartoe worden in elke van de fruitregio's een aantal lokale besturen gestimuleerd om het bermbeheer aan te passen ifv meer (soorten) bijen of om andere maatregelen ifv bestuivers te nemen op opbaar domein. Ook de honingbij vaart hier wel bij.
Ook de inwoners van enkele gemeenten in elke regio worden gestimuleerd om hun tuin bijvriendelijker in te richten. Hiermee wordt ook het draagvlak vergroot tussen de fruittelers enerzijds en besturen en inwoners anderzijds: bewoners staan in deze regio's met intensieve fruitteelt dikwijls enigszins afkerig van de teelt gezien ze veel 'behandelingen' zien, en menen dat hun omgeving hierdoor extra wordt vervuild. Met dit project wordt bij de inwoners via correcte informatie een beter begrip hierover gecreëerd. Dikwijls wordt immers gespoten met oliën, kalkderivaten, bladmeststoffen... die niet schadelijk zijn, er wordt frequenter maar met minder breedwerkende (en dus minder schadelijke) middelen gewerkt. We willen tonen dat de teler gebaat is bij biodiversiteit in zijn boomgaard voor natuurlijke plaagbestrijding en nooit onnodig sproeit. Zo wordt bij de omwonenden extra bereidheid gecreëerd om bijvriendelijk te tuinieren ifv de regionale economie. Daartoe organiseren we info-momenten met bezoeken aan deelnemende telers, ook naar scholen toe.
Natuurrijk Limburg, Proefcentrum Fruitteelt, Provincie Vlaams-Brabant, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Regionaal Landschap Noord-Hageland, Stichting Landschapsbeheer Zeeland
01-01-2016 tot 30-06-2019
agro-food, biodiversiteit, ecosysteem beheer
Behoud en bescherming van het milieu en efficiënt gebruik van grondstoffen
U kan meer informatie over dit project aanvragen door het contactformulier in te vullen.
Contact