De middelgrote en landelijke regio's in de Noordzee worstelen om het aandeel duurzame mobiliteit te vergroten. De beschikbare beleidsinstrumenten zijn goed gekend en geïmplementeerd in steden, maar minder goed in gemeenten, voorsteden en landelijke gebieden. Beperkte beschikbaarheid van openbaar vervoer en gedeelde mobiliteitsdiensten leiden tot een grote afhankelijkheid van de eigen auto om zich te verplaatsen, met alle negatieve gevolgen van dien voor klimaatverandering, luchtkwaliteit, verkeersveiligheid, toegankelijkheid (tot openbare diensten, banen, bedrijven, enz.) en leefbaarheid.
Ondanks de inspanningen van Noordzee regio-projecten (MOVE en SHARE-North) om duurzame mobiliteitsmaatregelen aan te bieden die geschikt zijn voor hun gebieden (bijv. auto- en fietsdeling, mobiliteitshubs, bedrijfsondersteuning), blijft adoptie moeilijk. Met een lichte verandering in de modal split en een daling van het aantal passagierskilometers realiseren de autoriteiten zich dat ze naast de aanbodzijde ook de vraagzijde (mobiliteitsgedrag, gewoonten en attitudes ten opzichte van autogebruik) moeten aanpakken om aan de behoeften van de gebruikers te voldoen, en dat ze alleen de meest relevante diensten in stand moeten houden of erin moeten investeren.
Met dit project willen we gebruikersgerichte mobiliteitsmixen creëren en implementeren door de behoeften van gebruikers beter te begrijpen en hen te stimuleren om hun (percepties van hun) dagelijkse mobiliteitspraktijken te veranderen.
Door pilots uit te voeren in elf lokale mobiliteitssystemen (proeftuinen):
- Beoordelen we de bouwstenen van hun mobiliteitsmixen (bestaande mobiliteitsoplossingen (bijv. openbaar vervoer, fietsen), infrastructuren, voorwaarden (tarifering, dienstregelingen)) aan de hand van niet- en eindgebruikersbehoeften;
- Beheren en vormen we reisgedrag door interventies, gebaseerd op hun menu's voor gedragsverandering, terwijl bouwstenen voor de nieuwe mobiliteitsmixen worden getest en geëvalueerd;
- Systematiseren we het proces om andere lokale en regionale overheden te laten zien wat er beschikbaar is, wat er gedaan kan worden en welke veranderingen er plaatsvinden, door strategieën en tools te voeden die besluitvormers helpen bij het implementeren van de juiste beleidsaanpassingen.